Een anarchistische mevrouw is veroordeeld tot een boete van 250 euro voor het plakken van posters. De posters waren gericht tegen een bouwbedrijf dat in opdracht van de overheid een gesloten gezinsvoorziening bouwt. De activiste meent dat dit bedrijf zich onethisch gedraagt en mede-verantwoordelijk is voor de uitzetting van uitgeprocedeerde asielzoekers.
Afgelopen woensdag deed het Gerechtshof in Den Haag uitspraak in de zaak wegens smaad tegen een van de posterplakkers van de poster ‘De Vries en Verburg – Uw duurzame partner in deportaties – Bouwt vol trots de gezinsgevangenis voor vluchtelingen op Kamp Zeist’. Opnieuw leidde de zaak tot een veroordeling.
Bron.
Smaad
De verdachte heeft zich op de bewezen verklaarde wijze schuldig gemaakt aan smaadschrift, gericht tegen een bouwbedrijf. Door aldus te handelen heeft verdachte dit bedrijf in haar eer en goede naam aangerand.
Bron.
Wettelijk is deze uitspraak correct. Smaad is strafbaar (Art. 261 Sr.) en de juistheid van de beschuldiging is geen verdediging. Wanneer men opzettelijk leugens verspreidt is er sprake van laster. Dat is hier niet het geval. U kunt worden veroordeeld wegens smaad voor het openbaar maken van feitelijk juiste, maar kwetsende informatie.
Toch kent de wet een uitzondering, waardoor er een erg lastige en mogelijk tegenstrijdige situatie is ontstaan. Het gaat hier om het derde lid van het artikel.
Noch smaad, noch smaadschrift bestaat voor zover de dader heeft gehandeld tot noodzakelijke verdediging, of te goeder trouw heeft kunnen aannemen dat het te last gelegde waar was en dat het algemeen belang de telastlegging eiste.
Bron.
Iedereen kan toch beweren dat hij te goeder trouw handelt en dat het openbaar maken van het feit het algemeen belang dient? Net als met het zogenaamde ‘haatzaaien’ is er hier geen rode lijn, maar een vaag, grijs gebied. Het is niet duidelijk wat nu wel of niet gezegd mag worden. Waarom mag er wel verslag worden gedaan van het dieselschandaal van Volkswagen, of van de slechte arbeidsomstandigheden in de fabrieken van leveranciers van bedrijven als Nike of Apple, maar wordt er hier een grens overschreden?
Verontwaardiging
In tegenstelling tot overheden en grote bedrijven heeft de gewone burger weinig macht of invloed. Toch hebben wij een belangrijk wapen: verontwaardiging. Wanneer wij een misstand zien, kunnen we aan de bel trekken. Wanneer er dan een storm van verontwaardiging ontstaat zal het bedrijf of de overheid zich genoodzaakt zien er iets aan te doen.
De activiste was hier duidelijk verontwaardigd. In krachtige termen veroordeelde ze het bouwbedrijf. Zonder medewerking van bedrijven kan immers de overheid haar beleid niet uitvoeren. Het bedrijf is een radartje in het uitzettingsproces, volgens haar een duurzame partner in deportaties. Niet erg vleiend, maar zo ziet de activiste de situatie en zo probeert zij een storm van verontwaardiging te scheppen.
Het is aan degenen die haar pamflet lezen hun eigen conclusies te trekken en het is aan het bedrijf om de posters te negeren, een PR-campagne te lanceren of om te besluiten geen politiek gevoelige projecten meer aan te nemen. U ziet, democratie is veel meer dan eens in de vier jaar uw stem uit te brengen. Onze vrijheid van meningsuiting is een veel belangrijker en krachtiger recht dan ons stemrecht.
Kwetsende Woorden
Wij maken allemaal keuzes. Niet iedereen zal die keuzes kunnen waarderen. Wanneer een vrouw vreemdgaat en ze van haar man scheidt, dan noemt hij haar misschien een hoer. Erg kwetsend, maar zo ziet hij dat in zijn boosheid.
Oliebedrijven krijgen vaak veel kritiek over zich heen voor hun vervuiling van het milieu en corrupte deals met overheden in ontwikkelingslanden. Dit is kwetsende kritiek, maar door hun keuze dit werk te doen begeven deze bedrijven zich zelf op glad ijs. Vaak proberen ze hun naam op te poetsen met dure reclamecampagnes.
De vleesindustrie krijgt vaak de wind van voren over haar megastallen, krappe ruimtes en slachtmethodes. Sommige mensen maken zelfs de vergelijking met de holocaust. Scherpe woorden om een misstand aan de kaak te stellen.
Dit zou allemaal kunnen worden gezien als ‘smaad’. Het is niet duidelijk waar hier de grens ligt. Wat de een ziet als informatie voor het algemeen belang, ziet de ander als een smadelijke aantasting van zijn goede naam.
Een Duidelijke Grens
Vage, grijze gebieden als ‘haatzaaien’ en ‘smaad’ zijn een blok aan het been van de vrijheid van meningsuiting. Beter is het om de grens te stellen bij respectievelijk de oproep tot geweld en bij laster, het opzettelijk verspreiden van kwaadaardige leugens.