In Nederland en andere Westerse landen bestaat er vrijheid van godsdienst. Wij hebben de vrijheid een religie naar keuze te belijden, of dat juist niet te doen. In Nederland is dit recht opgetekend in artikel 6 van de grondwet, één artikel vóór de vrijheid van meningsuiting. Blijkbaar tilde de schrijver zwaarder aan meningen gebaseerd op traditie en gevoeligheden, dan aan meningen gebaseerd op feiten en bewijs. Want dat is wat religie is, onder andere: een mening. Een mening met meer rechten dan andere meningen.
Wat is religie
Na lang nadenken en veel gelezen te hebben ben ik tot de conclusie gekomen dat religie drie gezichten heeft. Een drie-eenheid, zo u wilt.
- Mening
- Mythe
- Meme
Het idee van godsdienst als meme kreeg ik na het lezen van The Selfish Gene van Richard Dawkins en The Faith Instinct van Nicholas Wade. Net als genen, “willen” ook memes zich reproduceren. Een godsdienst is daar een geoptimaliseerd voertuig voor.
Net als het leven zich heeft vertakt, doet religie dat ook. De term group survival strategy is feitelijk incorrect, maar het succes van religies kan worden verklaard door het te zien als een memetic survival vehicle in symbiotische relatie met individuele mensen als genetic survival vehicle.
Symbiotisch wil zeggen dat het succes van het ene het succes van het andere versterkt. Een krokodil heeft een symbiotische relatie met een vogeltje dat vleesresten tussen zijn tanden pikt. Op korte termijn lijkt de vogel een makkelijk hapje, maar op lange termijn is een gezond gebit meer waard. Natuurlijke selectie werkt tegen te gulzige krokodillen omdat door hun slechtere gebit hun reproductieve succes lager zal zijn dan dat van hun soortgenoten die de tandarts wel zijn werk laten doen.
Het integreren van een religieus meme heeft statistisch een positief effect op het genetisch succes van een individu. Iedere religie houdt zich bezig met de regulering van voortplanting, oftewel de regulering van genetische reproductie. Misschien lijkt “seksuele bevrijding” een betere genetische reproductie strategie, maar dat is het niet. Mannen zullen minder zeker zijn van vaderschap en kinderen zullen vaker worden opgevoed zonder vader en zonder gemeenschap van familie en geloofsgenoten.
De optimale gezinsgrootte voor het op de wereld zetten van zoveel mogelijk succesvolle volwassenen zal onder seksuele bevrijding lager zijn dan onder religie.
Symbiotische relaties zijn te verklaren met game theory, denk aan het prisoner’s dilemma. Samenwerken is op lange termijn aantrekkelijker dan niet samenwerken.
In deel twee (link) zal ik dieper ingaan op religie als meme.
Religie als mening
Ten eerste is religie een mening. Het verschil met andere meningen is dat aanhangers van een religieuze mening hun eigen overtuiging als heilig zien.
Vaak zijn ze bang om deze op te geven of bij te stellen. Vooruitzichten van verdoemenis en sociale uitsluiting spelen hier een rol. Een ander verschil met “gewone” meningen is de grootte, religies kennen denkbeelden en culturele uitingen die vaak door honderden miljoenen mensen worden gedeeld. Dit is tevens het enige verschil tussen een religie en een sekte: het aantal volgelingen.
Een religieus geloof is een mening, voor aanhangers heilig, voor tegenstanders interessant, belachelijk of kwetsend.
Iedere mening, hoe absurd en kwetsend ook, moet kunnen worden geuit. Andere mensen mogen over mij denken en zeggen dat ik een zondaar ben die straks eeuwig zal branden, of een stuk vee alleen geschikt om hen te dienen. Ik kan me daar over opwinden of er meewarig om lachen.
De grens van meningsuiting ligt bij het fysiek schade brengen aan anderen. Overheden zouden moeten optreden tegen genitale mutilatie bij minderjarigen en tegen het ritueel slachten van dieren. Dit zijn immers dingen die momenteel alleen kunnen plaatsvinden onder het mom van “religie”. Hierin hebben religieuze meningen meer rechten dan andere meningen.
Gevoeligheden als stok
Gelovigen komen nogal eens in het nieuws wanneer zij hun vrijheid van godsdienst gebruiken om de vrijheid van meningsuiting van anderen aan banden proberen te leggen. Met name gaat het hier om de vrijheid van kritiek op godsdienst.
Monotheïsten in het bijzonder hebben er een handje van zich “gekwetst” te voelen in naam van hun zogenaamd onmetelijk machtige en alwetende god wanneer de één of andere “ongelovige” op ons nietige planeetje een al te kritische of respectloze opmerking maakt over deze god. Waarom ze hun “almachtige” god deze belediging zelf niet laten wreken is me nooit duidelijk geweest. Waarom ze eisen dat mensen hun “kwetsende” gedachten voor zichzelf houden wanneer hun god “alwetend” is en dus niet minder gekwetst begrijp ik ook niet.
Of eigenlijk wel. Gevoeligheden worden gebruikt als een stok om mee te slaan. Men wil respect en eerbied. Men wil maatschappelijke en politieke macht. Men wil kritiek taboe maken.
Neem bijvoorbeeld de Britse man die een broodje spek voor de deur van een moskee achterliet, hij kreeg hiervoor een jaar cel en is in de gevangenis vermoedelijk vermoord. (Lees meer) Had het een broodje pindakaas geweest dan had hij hoogstens een bekeuring voor vervuiling gekregen.
Een overheid die de vrijheid van meningsuiting werkelijk hoog heeft staan, zou een klacht over een Mohammed cartoon net zo min serieus nemen als een klacht over een cartoon van een spaghetti monster.
Het recht een hoofddoekje te dragen op het werk zou net zo min afgedwongen kunnen worden als het recht op een seculiere halstatoeage. Dit zou geheel moeten worden overgelaten aan de werkgever. Kruisjes en hoofddoekjes zijn meningsuitingen net als hakenkruisjes en playboy-oortjes. Iedere werkgever moet vrij zijn deze toe te laten of af te wijzen.
Voor de staat zou een religieuze mening net zoveel waarde moeten hebben als iedere andere niet-onderbouwde mening.
Vrijheid van Godsdienst
In plaats van zich druk te maken over o.a. “islamofobie”, zouden Westerse overheden er beter aan doen op te komen voor mensen die juist vrijheid zoeken vàn onderdrukkende godsdiensten.
Het belachelijk maken van religieuze gevoeligheden en dogma’s is hierin van levensbelang. Christopher Hitchens zei hierover:
“Mockery of religion is one of the most essential things because to demystify supposedly ‘holy text dictated by god’ and show that they are man made and what you have to show [is] there internal inconsistencies and absurdities. One of the beginnings of human emancipation is the ability to laugh at authority… it is an indispensable thing people can call it blasphemy if they like, but if they call it that they have to assume there is something to be blasphemed – some divine work, well I don’t accept the premise.”
In het Nederlands:
Het de spot drijven met religie is een van de meest essentiële dingen, om het mysterie weg te nemen rond de zogenaamde “door god gedicteerde heilige tekst” en laten zien dat het door mensen is gemaakt moet je laten zien dat er interne inconsistenties zijn en absurditeiten. Een van de eerste stappen in de emancipatie van de mens is het kunnen lachen om autoriteiten… het is een noodzakelijk iets. Mensen kunnen het blasfemie noemen als ze willen, maar als ze dat doen moeten ze aannemen dat er iets is om bespot te worden – een goddelijk werk, wel, dat is iets dat ik niet accepteer.
Weg met het respect en de valse vroomheid. Als een volwassen man nog in Sinterklaas gelooft dan zult u dat geloof toch ook niet respecteren. Tolereren, voilà. Hem de vrijheid gunnen, uiteraard, maar zo’n persoon verdient het uitgelachen en bespot te worden. Vooral wanneer hij anderen met zijn ideeën in de greep houdt en door hun angsten manipuleert.
Waarom zou ik een bepaald wereldbeeld respecteren wanneer dat wereldbeeld van mij eist dat ik me daar aan onderwerp en ik vanwege mijn eigen wereldbeeld het verdien te sterven of als slaaf te dienen. De religieuze opvattingen over atheïsten zijn kwetsender dan vice versa.
Vrijheid van godsdienst houdt ook juist in dat mensen die ervan af willen stappen niets in de weg wordt gelegd.